Author Archives: pradmin

  • -

Nieuwe manier inloggen belastingdienst

In de loop van 2017 starten de Belastingdienst en een aantal zorgorganisaties met het aanbieden van nieuwe manieren van inloggen op een hoger betrouwbaarheidsniveau. In 2017 kunnen mensen inloggen met een app, een identiteitsbewijs, of via de bank. Deze nieuwe inlogmethoden worden later ook mogelijk voor alle andere diensten van overheidsinstellingen. Dat wordt geregeld in de Wet generieke digitale infrastructuur (GDI). De (concept)wet is op 22 december 2016 in consultatie gegaan.

In de loop van 2017 starten de Belastingdienst en een aantal zorgorganisaties met het aanbieden van nieuwe manieren van inloggen op een hoger betrouwbaarheidsniveau. In 2017 kunnen mensen inloggen met een app, een identiteitsbewijs, of via de bank. Deze nieuwe inlogmethoden worden later ook mogelijk voor alle andere diensten van overheidsinstellingen. Dat wordt geregeld in de Wet generieke digitale infrastructuur (GDI). De (concept)wet is op 22 december 2016 in consultatie gegaan.

Overheid en zorg starten in 2017 met nieuwe manieren van inloggen
In de loop van 2017 starten de Belastingdienst en een aantal zorgorganisaties met het aanbieden van nieuwe manieren van inloggen op een hoger betrouwbaarheidsniveau. In 2017 kunnen mensen inloggen met een app, een identiteitsbewijs, of via de bank. Deze nieuwe inlogmethoden worden later ook mogelijk voor alle andere diensten van overheidsinstellingen. Dat wordt geregeld in de Wet generieke digitale infrastructuur (GDI). De wet is vandaag in consultatie gegaan.

Het kabinet wil dat mensen makkelijk en veilig kunnen inloggen bij de overheid en in de zorg. De nieuwe inlogmethoden geven meer zekerheid over iemands identiteit, waardoor inloggen veiliger wordt en identiteitsfraude moeilijker. Dit maakt nieuwe diensten mogelijk waarbij vertrouwelijke informatie, zoals persoonsgegevens, op een veilige manier online kan worden gedeeld. Zo kunnen patiënten bijvoorbeeld steeds meer zaken digitaal regelen door gebruik van e-health-mogelijkheden.

Door meerdere manieren van inloggen aan te bieden, zijn mensen en organisaties bovendien niet meer afhankelijk van één manier van inloggen en daardoor minder afhankelijk van storingen die zich in systemen kunnen voordoen.

Ontwikkeling publieke en private middelen

Op dit moment zijn er meerdere private inlogmethoden beschikbaar op een hoger betrouwbaarheidsniveau. Deze werden door een aantal overheden reeds in de vorm van een pilot getest. Zo is de werking van iDIN getest, waarbij de bestaande inlogmiddelen van de banken worden gebruikt. Ook is Idensys getest. Dit zijn verschillende inlogmiddelen die zijn ontwikkeld door het bedrijfsleven in samenwerking met de overheid.

Het huidige DigiD blijft voorlopig bestaan als publieke inlogmethode. Binnen DigiD wordt in 2017 een nieuw middel geïntroduceerd met een verbeterd betrouwbaarheidsniveau. Het jaar daarna komen er rijbewijzen en identiteitsbewijzen met een chip waardoor DigiD een hoog betrouwbaarheidsniveau heeft.

Overheid stelt strenge voorwaarden aan nieuwe inlogmethoden

Alle nieuwe inlogmethoden moeten voldoen aan strenge voorwaarden van de overheid. Deze eisen regelen de werking, veiligheid en betrouwbaarheid van het systeem, het gebruiksgemak van nieuwe inlogmethodes Ook worden waarborgen gesteld aan de privacy van gebruikers. De overheid houdt toezicht op de naleving van deze eisen. De eisen worden later onderdeel van de Wet GDI.

Wet GDI

Deze nieuwe manieren van inloggen worden vanaf 2017 gefaseerd ingevoerd. De regels hiervoor worden verankerd in de Wet GDI. De wet stelt vast waar elektronische identificatie door burgers en ondernemers aan moet voldoen bij hun transacties met de overheid. Ook biedt de wet de mogelijkheid om overheidsinstellingen te verplicht gebruik te laten maken van bepaalde standaarden om een betere en veiligere gegevensuitwisseling mogelijk te maken.


  • -

Oninbare vorderingen wijziging teruggaaf BTW per 01-01-2017

Vanaf 1 januari 2017 gelden andere regels voor het aanmerken van een vordering als oninbaar en voor de manier waarop de betaalde btw kan worden teruggevraagd. Daarnaast geldt een aanpassing voor het terugbetalen van afgetrokken voorbelasting door het niet betalen van de vordering.

Van een vordering als oninbaar en voor de manier waarop de betaalde btw kan

worden teruggevraagd. Daarnaast geldt een aanpassing voor het terugbetalen van
afgetrokken voorbelasting door het niet betalen van de vordering.

Wijziging

De leverancier kan zijn op aangifte betaalde btw terugvragen
zodra het zeker is dat zijn vordering (gedeeltelijk) oninbaar is. Nieuw is dat de vordering in ieder
geval één jaar ná de uiterste betaaldatum van de factuur, als oninbaar wordt
aangemerkt. Daarnaast hoeft voor de teruggaaf geen apart verzoek meer te worden
ingediend. De teruggaaf kan worden verwerkt in de btw-aangifte.

Terugbetalen van afgetrokken voorbelasting

De afnemer moet zijn op aangifte afgetrokken voorbelasting
terugbetalen als hij het factuurbedrag (deels) heeft teruggekregen of op het
moment dat duidelijk is dat hij de factuur niet (helemaal) gaat betalen. Nieuw
is dat de afnemer de btw uiterlijk één jaar ná de uiterste betaaldatum van de
factuur, moet terugbetalen.

Overgangsrecht

Is er een vordering waarvan de uiterste betaaldatum is
verstreken vóór 1 januari 2017 maar die op die datum (gedeeltelijk) niet is
ontvangen? En is die vordering vóór 1 januari 2017 niet oninbaar? Dan begint de
termijn van één jaar te lopen op 1 januari 2017. Dit betekent dat deze
vordering op 1 januari 2018 als oninbaar wordt aangemerkt voor zover de
vordering op die datum nog steeds niet is ontvangen. Wanneer de oninbaarheid
van deze vordering in de loop van 2017 op een andere wijze is komen vast te
staan, ontstaat uiteraard al op dat moment het recht op teruggaaf.